vrijdag 28 augustus 2009

Alaska



Onderweg naar Alaska zijn we eerst nog gestopt in Dawson city, een oude gouddelversstad op slechts 240 km ten zuiden van de poolcirkel. Wij waren er op Discovery Day, d.i. 16 augustus, waarop de spectaculairste goudvondst van de eeuw werd gedaan. Nu nog zijn er nog altijd gouddelvers die de dalen omwoelen en tonnen modder en gesteente uitspoelen om enkele grammen goud te vinden. We bezochten er de Gold Dredge n°4, een indrukwekkend grote schepradgraafmachine die na 1900 op grootschalige wijze de beekdalen aan de Klondike rivier omwoelden om ook maar het kleinste stukje goud eruit te spoelen. In de stad leek of de tijd had stil blijven staan. We zagen er mooie houten huizen geschilderd in allerlei kleuren, maar ook lege percelen waarop oude machines en ijzer liggen te roesten en wegzakkende oude gebouwen. Houten plankiers liggen langs de onverharde straten die al gauw in een modderpoel veranderden toen wij er waren door het slechte weer. 's Avonds gaat het er als vroeger aan toe in de saloons en casino's met cancanmeisjes.



Vanuit Dawson vertrekt de Dempster snelweg, een 735 km onverharde weg die over de poolcirkel heen naar de noordkust van Noord-Amerika leidt. Tot het eindpunt Inuvik ligt er slechts één hotel, een paar kampeerterreinen en twee kleine indianennederzettingen langs de route. Omdat we één week tijd hadden verloren door pech aan onze auto, en omdat ikzelf er niet echt op uit was om even heen en weer te rijden op een eenzame lange zandweg (maar Jurgen des te meer), hadden we besloten om bij km paal 72 op de camping te overnachten en de volgende dag terug te keren. Ook hadden we geen geluk met het weer. Regen en laaghangende wolken belemmerden het zicht volledig. Het leek wel of we het slechte weer de hele reis met ons meenamen want overal waar we kwamen hoorden we dat ze een heel goede zomer hadden gehad. Wij waren blijkbaar steeds op de verkeerde natte plek. De hete droge dagen zorgden dan weer voor heel wat bosbranden voornamelijk in de Yukon, Britisch Columbia en Alaska, maar die waren dan weer gelukkig voorbij toen wij toekwamen.



We reden Alaska binnen via de Top of the World snelweg, een eenzame weg door toendra gebied die door het noorden van Canada loopt. Onze eerste bestemming was Valdez, één van de belangrijkste havens in Alaska en het eindpunt van de Alaska pijpleiding die de ruwe olie van de noordkust van Alaska over een afstand van 1280 km naar de enorme tankerterminal aan de baai van Valdez brengt. Vandaar uit varen tankschepen op en af met de westkust van de USA. Slechts enkele kilometers voor de kust van Valdez liep in 1989 de supertanker Exxon Valdez aan de grond en veroorzaakte de tot dusver grootste milieuramp van Amerika. Met een excursieboot maakten we een tour in de Prince William Sound, de 40.000 km² grote baai met dichtbeboste fjorden, talloze eilandjes en gletsjers die van de omgevende bergen omlaag lopen. Een groot deel van zuidelijk Alaska is bedekt met sneeuwvelden en gletsjers; één ervan heeft de omvang om volledig Zwitserland met ijs te bedekken. Tijdens onze boottocht zagen we de Columbia en Meares gletsjers, otters, zeeleeuwen, zeehonden, Amerikaanse zeearenden, puffins (papegaaiduikers) en een walvis.

Zicht vanaf de Top of the World snelweg.

De Alaska pijpleiding

Prince William Sound

Jurgen aan dek.

De Meares gletsjer.

Een grote vissersboot voor een nog hogere muur van ijs.

Een groepje zeehonden op een ijsschots in het water.

De otter

Na onze boottocht hebben we terug aan land wel één uur stil gestaan bij de duizenden zalmen die aan het einde van hun cyclus terug naar de kust komen gezwommen. Zo indrukwekkend was het. Zalmen liggen er zij aan zij in het lage water eitjes te leggen en komen nadien het droge opgesparreld waar ze voor onze ogen stierven. Zeevogels maken het allemaal nog erger door in de ogen en kieuwen te pikken terwijl de vis nog leeft. Door het visrijke water gaan veel inwoners met hun eigen boot vissen om dan hun diepvriezer voor de winter met vis te kunnen vullen. Aan de kade kan je voor 1 dollar je zalm laten fileren. Eén van de visfilleerders daar was Patrick Olsen, hij staat in het Guiness Book of Records met de kortste tijd om een zalm te filleren, nl. 3,4 seconden. We geraakten met hem aan de praat, we gaven hem een rit naar zijn huis (lees staancaravan), en als dank gaf hij ons 4 potjes mee met zelf-gerookte zalm, inktvis en caribou stew. Caribou eten is eerder een uitzondering aangezien zij beschermd zijn in Noord-Amerika, behalve dan voor de natives (eskimo’s en indianen). Als oorspronkelijke bewoners van Canada mogen zij hier op bijna alles jagen. In de winter – zo vertelde hij met alle fierheid - jaagt hij op otters en zeehonden waar hij sjaals, mutsen en schoenen van maakt. Toen we dit hoorden was het even slikken… in België tekenen we juist petities tegen hen om dit tegen te gaan.



Onze volgende haltes in Alaska waren eerst Anchorage en nadien Seward. Anchorage is met bijna 260.000 inwoners de enige grote stad in Alaska (en Noord-Amerika). Voor kleding komen veel inwoners van andere dorpen in Alaska naar hier inkopen doen, als ze het al dan niet online bestellen. Seward is net als Valdez een gezellig havenplaatsje. Hoogtepunt daar is de Exit gletsjer waar we tot vlak bij zijn gewandeld. Ook daar hadden we één van de betere couchsurf ervaringen. We bleven overnachten bij Courtney, haar lieve kat Bandit, haar Terrier Toby en haar Deense Dog Clouseau (alias Bubba, zoals ze hier vaak grote mensen/dieren noemen). Zij nam ons mee voor avondeten bij haar schoonouders in hun prachtige villa, en nadien naar de plaatselijke bar. We hadden een geweldige amusante tijd met haar.

Heilbot aan de haak.

De Exit gletsjer

Nadien reden we verder door naar het noorden richting Denali NP, één van de grootste nationale parken in Amerika. Het zag er mooi uit toen we die richting uitreden… de hoogste berg van Noord-Amerika bedekt onder eeuwige sneeuw, d.i. de Mount McKinley (6194 m), zagen we van ver in de zon glintsteren. Maar toen we daar aankwamen, en ook de volgende dag, belemmerden lage wolken weer het zicht. Volgens het weerbericht zou het ook de volgende dag volledig bewolkt zijn, en zijn we dus maar vlugger dan voorzien doorgereden, dit keer naar de nog meer noordelijk gelegen stad Fairbanks. Maar de weermannen kunnen zich hier ook serieus vergissen want de volgende dag was het volledig open, bijna geen wolkje aan de lucht. We zagen de bergen van ver liggen en wilden zo graag het park weer in, maar we hadden ons plan gewijzigd en konden nu moeilijk terug rijden. Wat we nu wel konden bezoeken is het dorpje North Pole, en het "huis" van de kerstman (is gewoon een winkel met kerstversiering). Kinderen van over de hele wereld sturen hier hun briefje naar toe (www.santaclaushouse.com).



Vanaf het eindpunt van de Alaska snelweg in Delta Junction begonnen we aan onze tocht terug naar Calgary. Op een kleine week tijd zullen we zo’n 4.000 km rijden om op 5 september Hans en Liesbet op de luchthaven op te pikken. Met hen gaan we verder rondreizen in Alberta en Britisch Columbia. Onze vakantie zit er dus nog niet op! Hopelijk kunnen we dan wel beter weer verwachten.



Een boodschap in de plaatselijke supermarkt maakt duidelijk dat we ver in het noorden zijn:

woensdag 19 augustus 2009

Some extra days in Whitehorse

Van 5 tot 15 augustus waren we nogmaals in Whitehorse, de hoofdstad van Yukon. Dit was langer dan voorzien, maar de directe aanleiding hiervoor was pech aan onze auto. Donderdag 6 augustus hadden we een afspraak bij de Ford garage voor de schatting van de reparatie kost. Resultaat was een offerte van zo’n 1000 dollar, een fikse brok van ons reisbudget. Maar veel keus hadden we niet… bij een andere garage was de herstellingskost bijna dubbel zo groot, en de auto verkopen en een nieuwe kopen zou ons veel tijd en misschien nog meer geld kosten. De reis naar Alaska wilden we niet opgeven, dus hebben we toch maar beslist de auto achter te laten in de garage voor reparatie... een dure onvoorziene wending van ons reisprogramma.

In tussentijd hadden we via couchsurfing contacten gezocht om onze tijd in Whitehorse zo goed mogelijk door te brengen. Zo brachten we de meeste tijd door bij Chantal en haar roommates. Zij brachten ons de eerste avond naar een bouldering festival, d.i. een festival voor klimmers waarbij grote losstaande rotsen kunnen worden beklommen. Na een uur rijden op een slecht berijdbare zandweg kwamen we aan op de bewuste plek in de bossen. De volgende dag hadden ook zo’n 100 andere deelnemers van verschillende regio’s van Canada, USA en Europa hun weg ernaar toe gevonden.

Chantal

Samba en Mitaine, en Alain op de achtergrond.

Net zoals Banff, trekt ook Whitehorse veel jeugd aan van over heel Canada voor de extreme outdoor sporten. In de zomer is het voornamelijk wandelen, mountain biken, rafting, kayaking en bergbeklimmen. In de winter is dit langlaufen en skiën. Echter skiliften zijn hier niet voorzien; via helikopter, sneeuwscooter of te voet moet je eerst naar boven.


Mark, de roommate van Chantal, heeft zijn eigen vliegtuigje. Hij nam ons mee op een 1 uur durende vlucht boven de omgeving. Op enkele bighorn sheep na, zagen we niet meer dan eenzame uitgestrekte berg valleien met meren, een ongelofelijk mooi zicht.
Alain, de buur van Chantal is eveneens piloot. Hij werkt bij de lucht ambulance. In heel Yukon, een gebied van ongeveer 483.450 km², is er slechts één ziekenhuis. Patiënten die een spoedgeval hebben, worden gratis (op kosten van de overheid) met het vliegtuig naar Whitehorse gevlogen.


Een andere nationale sport hier is vissen en jagen. Nu de zalmtrek bezig is, wordt er dan ook duchtig op zalm gevist. Enkele weken geleden is in Yukon eveneens het jachtseizoen geopend. Dit jaar wordt er op elanden en wapiti’s gejaagd. Het geschoten dier wordt meestal ter plaatse versneden waarbij het karkas en ingewanden mogen achtergelaten worden voor andere roofdieren. Per jager mag er maximum één eland worden gedood.

vrijdag 7 augustus 2009

Anan Creek Bear Observatory

De fotograaf in actie...

Anan Creek heeft één van de grootste zalmtrekken van Zuidoost-Alaska. Zwarte beren en grizzly beren komen hier in de zomer samen voor de vangst op zalm. Vanuit Wrangell was het met een motorboot één uur varen naar de creek. Per dag worden door de US Forest Service slechts 65 licenties afgegeven om de creek te kunnen bezoeken. Een gids, gewapend met beerspray en een geweer, ging ons voor op de 600m lange wandelweg doorheen berengebied. Ter plaatse hadden we zicht vanaf een platform omsloten met een houten afsluiting, en een tweede meer gesloten uitkijkpunt vlak bij het water. Tot op een halve meter wandelden de beren naast ons of onder ons door. Ze keken al eens naar ons op maar hadden geen aggresieve neigingen. We zagen een twaalftal zwarte beren, één grizzly beer (ook wel bruine beer genoemd), en verschillende arenden.

Zwarte beer


Klik hier voor een filmpje van de zwarte beren.


Grizzly beer

Op zoek naar zalm...

... en een blokkade op ons wandelpad.

De grizzly is herkenbaar aan de bult op de rug t.h.v. de nek. Over het algemeen is de grizzly beer meer dominant en gevaarlijk dan de zwarte beer, maar op plaatsen waar eten bij overvloed is kunnen zij samen leven.

Klik hier voor een filmpje van de grizzly beer.


De Amerikaanse zeearend is het nationale symbool van de Verenigde Staten.


Pas wanneer de arend 3 tot 5 jaar oud is zal zijn bruinkleurige pluimenvacht veranderen in de karakteristieke zwarte en witte pluimen.



Een mooie afsluiter na een fantastische dag.